Onno Zwier van Haren
Uterlik
Onno Zwier van Haren (Sunt-Annaperochie, 2 april 1713 – Wolvege, 2 september 1779) was een politikus en dichter uut et geslacht van de Van Haren's en bewoner van de butenplaetse Lindenoord.
Wark
[bewark | bronkode bewarken]- Aanspraak gedaan als president van den Raad van Staate op den 29 Dec. 1746
- Deductie voor Jr. O.Z. van Haren [...] ter zyner noodwendige zuiveringe, van de lasterlyke geruchten en imputatiën, tegen hem verspreid en ingebragt (1761)
- Lijkreeden over wijlen sijne Hoogheid Willem de IVde (Leeuwarden 1766, Amsterdam 1832)
- Zeedige aanmerkingen over de veengraveryen in Friesland (Leeuwarden 1766)
- De koophandel. Lierzang (Zwolle 1769)
- Aan het vaderland (1769) en De Geusen (2e druk, (de eerste druk verscheen onder de titel Aan het Vaderland, Leeuwarden 1769, Zwolle 1771, 5e dr. bezorgd door Bilderdijk, 1785)
- Agon, sulthan van Bantam, treurspel (Leeuwarden 1769, 3e dr. ald, 1779)
- Proeve op de Levensbeschrijving der Nederlandsche Doorluchtige Mannen behelzende het leven van Johannes Kamphuis (Leeuwarden 1772)
- Willem de Eerste, treurspel (Zwolle 1773)
- Van Japan, met betrekking tot de Hollandsche natie en de Christelijke Godsdienst (Zwolle 1775)
- Proeve van overzetting uit het Engelsch. Pope's Essay on Man (Zwolle 1776)
- De komst van den Messias. Lofzang (Zwolle 1776)
- De Herschijning. Lierzang aan Adelheide (1776)
- Verhandeling over de nationale of vaderlandsche gedichten (in de verhandelingen van het Zeeuwsche Genootschap)
- De Landbouw. Lierzang (Zwolle 1777)
- De Inenting. Lierzang (Zwolle 1777)
- Nieuwjaarsbrief aan mijn jongsten zoon (1778)
- De Vrijheid. Lierzang (1778)
- Vaarwel van een ouden vader aan sijn soon, vaarende op 's Lands schip van oorlog de Argo. Lierzang (1778)
- De Koopman (Zwolle 1778)
- De Staatsman (Zwolle 1778)
- De Schimmen. Lierzang (Zwolle 1778)
- Proeve van eene nationale zeedelijke Leer-reden (Zwolle 1779)
- Pietje en Agnietje of de Doos van Pandora, toneelspel (1779)
- De offerhande van Themistocles. Lierzang van Pindarus. Een onbekend gedicht van een bekenden dichter door J.H. Halbertsma (Deventer 1835).
Commons: Onno Zwier van Haren - plaatjes, filmkes en/of gelüüdsbestanden. |